Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kreupele stijl

Er is niets mis met een kreupele stijl. Een kreupele helpt zichzelf om overeind te blijven met een stok of kruk. Het lijkt er een beetje op, het spant waarvan de spantbenen ondersteund lijken te worden door een extra 'stok'. Maar dat is schijn. Bij een spant met kreupele stijlen staan de spantbenen niet op de zoldervloer (en dan liefst precies op de onderliggende vloerbalken), maar op de muurplaat, die bovenop de borstwering ligt. Om het gewicht toch op de balklaag te laten rusten is een extra stijl toegevoegd: de kreupele stijl. Aan de bovenzijde is de wijze waarop deze stijl bevestigd is niet steeds hetzelfde: meestal zit de stijl vast aan het spantbeen, soms aan de hanenbalk of aan de trekplaten.
Toen in de 17e eeuw de eiken krommers op waren, is de kreupele stijl uitgevonden. De gewone rechte spantbenen van de schaargebinten staan in de weg wanneer men op een zolder veel ruimte nodig heeft, bijvoorbeeld voor opslag. Voorwaarde voor de nieuwe ontwikkeling was wel een aanpassing van de gebruikelijke constructie, waarbij ieder schaargebint bestaat uit twee benen, een dekbalk en schorende korbelen (het 'Hollandse spant'). Om te voorkomen dat in de nieuwe opzet de spantbenen over de borstwering heen naar buiten geduwd zouden worden, moesten deze voortaan van muurplaat tot nok doorlopen.
Net als bij de schaargebinten heeft een spant met kreupele stijlen korbelen, in dit geval tussen de kreupele stijl en de hanenbalk of trekplaat. Het gaat hierbij om een vorm van een gordingenkap.
De term 'trekplaat' is nu een paar keer gevallen. In de 19e eeuw werden meestal geen hanenbalken meer aangebracht, maar werd op die hoogte aan weerszijden van het spant een plank getimmerd, die de trekkrachten opving. Een spant met kreupele stijlen en trekplaten heet een 'verbeterd Hollands spant'.
Tekst: Jean Penders (12-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders